Woonde in Coevorden (vermeld 1690-1695), woonde in Bonnen (1699) en Veenhof (1718-1729) Drs. K.A. Reuvers schreef in Gruoninga (1976 en 1977 nr. 1) over 6 kinderen van Jan Ensing en Aeltijn Scheerman. Kinderen werden maar een enkele keer genoemd in het lidmaatregister van de Hervormde Gemeente van Gieten. Harde bewijzen voor de relaties heb ik niet gevonden. De door Reuvers genoemde zonen Hendrik Ensing en Harm Ensing lijken eerder broers of geen familie te zijn van Jan Ensing. Zelfs voor hun zoon Berend zijn geen bewijzen gevonden, de voornamen van zijn kinderen maken het wel aannemelijk. Belangrijke onderzoekers zijn verder de heer Homan op www.homanfree.nl (o.m. Gieter gezinnen) en Arend Arends op www.arendarends.nl. De eerste vermelding van Jan Ensing in Coevorden is te vinden in een akte van 25 februari 1690. Geesien Amans, de weduwe van Gerrit Kramer, wilde opgenomen worden in het gasthuis. Waer voor ten onderpand stont een groot en kleijn meentendiel neffens de hof gelegen binnen Coevorden tusschen (het kwartier) de sess schoorsteenen en het quartier van Buijrma tegens Jan Ensincks huijs over *1). In de 17 eeuw zijn in Coevorden gegevens te vinden over meerdere "Ensingen" en met de naam in een paar schrijfvarianten. Helaas zij de onderlinge relaties (nog) niet te bewijzen. Zo was daar Hendrick Ensinck (vermeld tussen 1634-1650 en wonende te Laar, net in Duitsland). Jan Lubbarts Engsingh (vermeld tussen 1645-1664), Hendrick (Hendricx) Engsingh (vermeld 1663-1692), Jan Engsink (1668-1676), Albart Engsinck (16591676, wonende te Laar) en Arent Ensingh (1668-1696). In het register van Haardstedengeld van 1691 komt Jan Ensinck voor met twee paarden en met een bedrag van 2:0:0 (gulden, stuivers en duiten). Negen regels verder in de lijst ene Jan Scheerman, hij heeft vier peerden om sijn cost te winnen 4:0:0 *2). Op 29 februari 1692 werd in Coevorden een obligatie ondertekend, door Jan Ensinck en zijn huisvrouw Aeltien Scheermans. Zij ontvingen van Jacob Louwen en Hilbrant Rickers, als gasthuisvoogden, een bedrag van 100 Carolus gulden. Ze namen daarmee een hypotheek op een zaadveen, grenzend aan het zaadveen van de weduwe van burgemeester Albert Reijnders ten westen en het veen van de weduwe van Jan Bruna ten oosten. De rente was 5 gulden per jaar en Jan Willemse stond er borg voor. In het afschrift staat dat het stuk werd ondertekend door Jan Ensinck, Aeltien Jansen en Jan Wilms Gloen *3). In 1694 was al bekend dat ze zouden verhuizen. Op 27 nov 1694 werd het register van het Haardstedengeld opgemaakt. Met daarin vermeld: Jan Engsingh (vertreckt) 1:0:0. Een aantal regels verder in de lijst staan Jan Scheerman 2:0:0. en Jan Willems 1:0:0. Het huis van Jan Ensing staat in de Sallandsestraat *4) In 1695 werd genoteerd Jan Engsinck woont nu tot Gieten. Er is geen bedrag ingevuld. Een paar regels verder staat nu Geert Scheerman 125-0-0 f. 0-12-8. Jan Scheerman werd niet vermeld *5). In 1697 woonde in het voormalige huis van Ensing ene Hendrick Pepersack. In de toelichting op het register van het Haardstedengeld van 4 aug 1697 aan Mogende Heeren Drost en Gedeputeerden van de Staten van Drenthe is te lezen: het register: welck wij soo hoogh niet hebben kunnen opmaecken als benevens door dien, door dese slechte tijt, verscheidenen inwoonden vertrocken sijn, en eenige huijse door armoede der eijgenaeren onder de voet sijn gevallen *6). In het register van lidmaten van de Hervormde Gemeente staat Jan Ensing in 1695 voor het eerst in Gieten genoteerd: Nog volgens attestatijen an ons vertoont angenomen den 11 junij Jan Ensinge en Aeltijn Scheermans van Coevorden *7) Een jaar later werd er in Gieten een inzameling gehouden voor vluchtelingen. Jan Ensinge woonde in Bonnen en schenkt 2 stuivers. Er zijn in Gieten 18 namen genoteerd, in Gieterveen 18 en 64 in Bonnen. Ook mensen die niets gedoneerd hebben staan in het register van de versaamelde penningen die van huis tot huis door de predicant, ouderlingen en diaconen op 't versoek van de Hoogstaaten voor arme vluchtelingen uit Vranckrijck en de Pals zijn gedaan *8). Op 6 juli 1704 werd Jan Ensingh gekozen tot diaken van de Hervormde Gemeente (in de tekst staat meestal Ensing of Ensinge, maar hij tekende met Ensinck). In 1705 werd hij de boekhouder en in november van hetzelfde jaar deed hij alweer voor het laatst de verantwoording. De boekhouders werden voor een korte periode benoemd *9). In 1705 zijn Jan en Aeltien terug in Coevorden voor Angenis Willemse. Angenis, geassisteerd met Hans Jurrie Grupke haar momber (voogd), transporteerde aan Jan Gloen en Geesje Scheermans, alle haere hebbend en aenbestorvene goederen geen van allen exempt …, welke overdragt is mede bij naeste vrunden en bloedverwanten met naemen Jan Ensinck en Aeltjen Scheermans eheluiden en Meijndert Scheermans en Geesje Buiters echteluiden geaccordeert ende geapprobeert sodat sij bij dese volkomen afstandt doen van de goederen van Angenis Willemsen de welke haar ouders bij versterf kosten te deile vallen. Daar voor zullen Jan Gloen en Geesje Scheermans, en hun erfgenamen, Angenis Willemse levenslang in kost en klederen alimenteren en onderhouden. Getekend (niet origineel) Jan Ensinck, Aeltien Scheermans, Hans Jurge Grupke als momber, Jan Willemse Gloen, Geesje Scheermans. Angenis en Geesjen Buiters tekenden met een merk *10) In 1718 (ca) werd er een nieuwe lijst opgemaakt van Naemen der leedematen van xtus Gemeinte alhijr tot Gieten. Een lijst met namen in het dorp Gieten, met de vermelding van: Harm Ensinge en Geertruid Alberts sijn huisvrou. Daarna de dorpen Bonnen, Gieterveen, Bonnerveen en tenslotte In Veenhof: Jan Ensinghe en Aeltijn sijn huisvrouw, daaronder Marchyn Ensinghe, Hindrik Ensinghe en Beerent Ensinghe. Op 9 maart 1719 is de dochter Aeltijn begraven, dogter van Jan Ensinghe in de Veenhof. In 1720 werd Jan Ensing medemomber van vaderszijde over Jantien Hendriks, de nagelaten dochter van wijlen Jantien Jansen en haar man Hindrik Ensinge. Hindrik wilde hertrouwen met Annegien Roelofs Maat. Eind 1727 werd Jan Ensing weer als momber genoemd. Hindrik en Annegien waren inmiddels overleden. In 1728 tekende Jan Ensink, wonende in de Veenhof, mede voor zijn vrouw Aaltien Scheerman, twee schuldbekentenissen. Eén voor een bedrag van 58 gulden, schuldig aan meester Hendrik Jansen en zijn huisvrouw Gessien Luddinge te Gieten, wegen agterstallige Gront Schattinge Omslagen en Heerstedegeldt. En éen van 260 gulden, schuldig aan T. Oldenhuis, scholtus van Dalen. De rente bedroeg 4 gulden tot 20 stuivers het stuk van het honderd. De 2e lening was ter vervanging van een obligatie ten profijte van wijlen de Ette Hendrik Harmens Hensinge op 28 apr 1718 afgegeven, welke bij deze is gemortificeert en gedodet. Verder nog iets over een stokleggens brief op francijn geschreven en voorzien van een zegel van groene was aan een francijnen steert en alhier geregistreerd op 10 jun 1720 *11) Vanaf 1731 ontving de zoon Hendrik Ensing van de diaconie kostgeld voor Jan Ensing. Tegen of meij 1731 heeft de kerkeraed Jan Ensinghe bestedet aen Hindrik Ensinghe voor de tijd van jaer beginnende op meij 1731 tot meij 1732 ter somme van viertig carol: guldens. In de verantwoording van 14 oktober 1731 is er voor de laatste keer betaald; aen Hindrik Ensinghe aen vierendeel jaer kostgeld voor sijn vader op Allerheiligen 1731 10:0:0. *1) 0116 Burgerlijk bestuur van de stad Coevorden, inv. nr. 3, folio 158. *2) 0001 Oude Staten archieven, inv. nr. 868.16, geen folionummers. *3) 0116 Burgerlijk bestuur van de stad Coevorden, inv. nr. 3, folio 177 *4) 0116 Burgerlijk bestuur van de stad Coevorden, inv. nr. 414) *5) 0001 Oude Staten archieven, inv. nr. 818.4. Registers angeving van de ingestenen tot Coevorden haere mobile goederen en de heffing der goedschatting, met opgaven ter verbetering, door de schulten ingezonden bij Drost en Gedeputeerden, 1694 - 1696, geen folionummers. *6) 0001 Oude Staten archieven, inv. nr. 868.16, geen folionummers, haardstedengeld . *7) 0357 Hervormde Gemeente Gieten, inv. nr. 1, folio 100v. Register der ledematen die mij in den jaare 1695 zijn nae gedaene belijdenisse zijn aangenomen. *8) 0357 Hervormde Gemeente Gieten, inv. nr. 1, folio 38. *9) idem, inv. nr. 1, folio 67v ev. *10) 0102 Schultengerechten, inv. nr. 9.1, 7 dec 1705, nr. 48v *11) 0102 Schultengerechten, inv. nr. 264.3, folio 258 en 260. Jan trouwde met Aeltyn Scheerman, dochter van Jan Scheerman. Aeltyn is overleden na 1729. Waarschijnlijk een dochter van Jan Scheerman. Ze tekende in 1692 met Aeltien Jansen. Kinderen uit dit huwelijk: 1. Marchijn Ensing werd geboren circa 1693. 2. Aeltyn Ensing werd begraven op 9 Mrt 1719 in Gieten. 3. Berent Ensing werd geboren circa 1695 en is overleden vóór 1737. 4. Hindrik Ensing werd geboren circa 1700 en is overleden vóór 1754. | |||||
Generated by GreatFamilie2.2 update 2 |